Geschiedenis
'Baas in eigen buik!', met die slogan eisten feministen in de jaren zeventig van de 20e eeuw het recht op abortus. Het werd één van de bekendste slogans van de verschillende vrouwenbewegingen uit de jaren zestig, zeventig en tachtig.

De eerste feministische golf duurde van 1870 tot 1920, en richtte zich met name op het bereiken van algemeen kiesrecht en toelating van vrouwen tot de universiteiten. Tijdens de tweede feministische golf (van 1967 tot 1981) streden vrouwen voor het recht op abortus en voor gelijkwaardigheid op de werkvloer, thuis en in de maatschappij. Vrouwen werden in die tijd geacht alleen het huishoudelijk werk op zich te nemen en werkten nauwelijks buiten de deur. De vrouwen die wel werkten werden onderbetaald.
Joke Smit en de opleving van
de vrouwenbeweging
De opleving van de vrouwenbeweging in Nederland begon met het artikel Het onbehagen bij de vrouw van Joke Kool-Smit uit 1967. Hierin verklaarde ze de achterstand van de Nederlandse vrouw en pleitte ze onder meer voor kortere werkweken waardoor het 'voor echtparen gemakkelijker is kinderen te combineren met een volwaardige werkkring'.

In 1968 werd Man Vrouw Maatschappij (MVM) opgericht, de eerste organisatie van de tweede feministische golf. Joke Smit werd voorzitter en Hedy D’Ancona vice-voorzitter. MVM was een organisatie die zich vooral met de intellectuele kant van het feminisme bezighield.
Twee hoofdstromingen
Binnen de tweede feministische golf zijn twee hoofdstromingen te onderscheiden. Eén groep vond dat vrouwen een plek moesten veroveren in de bestaande manneninstituties om van binnenuit veranderingen te realiseren. Actiegroepen als Dolle Mina en MVM horen tot deze groep en waren vooral gericht op heteroseksuele vrouwen. Een andere groep vond juist dat vrouwen niet met mannen (de onderdrukker) hoorden samen te werken. Deze groep bestond met name uit homoseksuele vrouwen en voerde een dubbele emancipatiestrijd: zowel voor hun rechten als vrouw als voor hun rechten als homoseksueel.
Dolle Mina: pubiekslieveling
In 1969 ontstond Dolle Mina uit een socialistische studentenbeweging. Dolle Mina ontleende haar naam aan de bijnaam van de vrouwenstrijdster Wilhelmina Drucker (1847-1925): 'IJzeren Mina’. Dolle Mina wist met publieksacties, waaronder het nafluiten van mannen op straat, de aandacht van de media en de politiek te trekken. De eerste actie vond plaats op 23 januari 1970. De groep bestormde die dag kasteel Nijenrode, dat alleen toegankelijk was voor mannelijke studenten. Daarna volgde de verbranding van een dameskorset bij het standbeeld van Wilhelmina Drucker en het dichtbinden van openbare urinoirs met roze linten, als protest tegen het ontbreken van openbare toiletten voor vrouwen. Binnen een paar weken had Dolle Mina duizenden aanhangers.


Paarse September:
‘Je gaat niet naar bed met
je onderdrukker!’
De tweede hoofdstroming werd vertegenwoordigd door de lesbisch feministische actiegroep Paarse September, in 1972 opgericht door Maaike Meijer, Nel Hermans, Noor van Crevel, en Stephanie de Voogd. Zij vonden dat er binnen de feministische beweging teveel vanuit de heteroproblematiek werd geredeneerd, waarin vrouwen zich afzetten tegen hun positie ten opzichte van mannen, Paarse September stelde de ‘heteronorm’ ter discussie omdat het een belangrijk wapen zou zijn bij het in stand houden van ongelijke machtsverhoudingen tussen de seksen. 'Je gaat niet met je onderdrukker naar bed', luidde het credo. Hun stelling was eenduidig: vrouwenonderdrukking wordt in stand gehouden door mannen en lesbisch zijn is niet een probleem, maar juist de oplossing voor bestaande problemen. In 1973 werd in een kraakpand in Amsterdam het eerste vrouwenhuis ingericht, de vrouwenhulpverlening kwam op gang (onder meer Blijf-van-mijn-lijfhuizen waarin vrouwen konden vluchten voor huiselijk geweld), en er kwamen vrouwenboekhandels, -uitgeverijen en vrouwenrestaurants.
Kritiek
Het feminisme heeft sinds haar opkomst bloot gestaan aan kritiek uit diverse hoeken van de samenleving. Sommige tegenstanders stellen dat de tweede feministische golf de stabiliteit van gezinnen heeft aangetast. Zij baseren dat onder meer op het sterk gestegen percentage van echtscheidingen. Verder zou het feminisme hebben geleid tot ongelijke behandeling van mannen, met name tot vaderschapsdiscriminatie, waarbij vaders minder rechten met betrekking tot het kind hebben dan moeders.
Interview
Maaike Meijer (61) hoogleraar aan het Centrum voor Gender en Diversiteit van de Universiteit van Maastricht. In de jaren zeventig was zij woordvoerder van de radicale lesbisch-feministische groep Paarse September.
Eigen media
Aan de vrouwenbeweging namen veel hoogopgeleide vrouwen deel. Zij publiceerden essays en artikelen in reguliere media om hun standpunten duidelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is het eerder genoemde artikel 'Het onbehagen bij de vrouw' van Joke Kool-Smit.

De actiegroep Paarse September had een eigen blad. Het eerste nummer verscheen in oktober 1972.

In datzelfde jaar werd het vrouwenblad Opzij opgericht door Hedy d’Ancona en Wim Hora Adema. In de jaren zeventig, op het hoogtepunt van de tweede feministische golf, zagen talloze feministische blaadjes het licht. Dertig jaar later is alleen Opzij nog over. In 1997 werd aan de Universiteit Maastricht de Opzij-wisselleerstoel ingesteld, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Opzij. De leerstoel is gevestigd binnen het Centrum voor Vrouwen- en Genderstudies van de Universiteit Maastricht en is bedoeld als een stimulans voor de benoeming van meer vrouwelijke hoogleraren. Maaike Meijer bekleedde de eerste Opzij leerstoel.

Download hier
Paarse September
Download hier
hetonbehagenbijdevrouw.pdf

Vrouwenbeweging
in de media
Met name Dolle Mina wist goed met de media om te gaan. Zo benaderde de actiegroep actualiteiten- programma Brandpunt om verslag te doen van hun acties. Kijk hier naar een filmpje over hoe Dolle Mina in de media kwam.

Het artikel ‘Lesbisch zijn is politieke keuze’, verschenen in Folia Civitatis van 18 november 1972, is door het Instituut voor Vrouwengeschiedenis Aletta geselecteerd als ‘één van de meest invloedrijke teksten in Nederland’. In het artikel interviewt Jeanne Doomen leden van de actiegroep Paarse September. De toenmalige actiegroep was ontevreden met het beeld dat door het COC werd verspreid over homoseksualiteit. ‘Bij het COC gaan ze ervan uit dat homoseksualiteit voor vrouwen hetzelfde is als voor mannen.’ Deze standpunten maakten, onder andere bij het COC, veel reacties los.

In dit fragment uit het polygoon journaal uit 1974, demonstreren vrouwen voor legalisering van abortus. De bekendste actie was de bezetting van de Bloemenhove abortuskliniek in Bloemendaal in 1976. De minister van Justitie, toentertijd Dries van Agt, wilde de kliniek sluiten en in reactie daarop bezetten vrouwen de kliniek. Affiches werden verspreid om duidelijk te maken waar ze voor stonden.

Download hier
‘Lesbisch zijn is politieke keuze’ en ‘wij zijn een taboe’

Ook de afgelopen jaren hebben de media nog veel aandacht besteed aan de vrouwenbeweging van weleer. Beluister bijvoorbeeld de aflevering van het radioprogramma OVT over feminisme en Dolle Mina.

Het geschiedenisprogramma Andere Tijden wijdde een aflevering aan 'De Keizerinnen'. Hierin komt ook oud Paarse September lid Maaike Meijer aan het woord. De film gaat over de radicale keuzes van een groep feministes, die niet voor iedereen vol te houden zijn. Wat gebeurt er met een radicale groep vrouwen als sommigen de hiërarchie in de groep niet aankunnen? Of toch verliefd worden op een man?

In Amsterdam bestaat het instituut voor vrouwengeschiedenis, Aletta (voorheen IIAV). Wie hier zoekt op trefwoorden als abortus, Paarse September, Dolle Mina of Joke Smit, vindt een schat aan archiefmateriaal over de vrouwenbeweging. Bekijk hier een voorproefje van een documentaire over Dolle Mina van Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis. Ook op de site vrouwennuvoorlater.nl vind je veel informatie en archiefmateriaal. Op de website van het verzetsmuseum zijn verschillende affiches van vrouwenbewegingen te vinden.